8 februari, A-LAB, Amsterdam.
Workshop door: Dennis Gaens
Tekst: Misha Melita
Dit is een verslag van de eerste bijeenkomst van het pilot programma dat door Stichting Podcastnetwerk in samenwerking met het Nederlands Letterenfonds wordt georganiseerd. De eerste workshop werd op 8 februari 2020 gegeven door dichter en podcastmaker Dennis Gaens. Deze bijeenkomst was een inleiding in de wereld van de literaire podcasts.
De wereld van de literaire podcast wordt steeds groter. Uitgevers gaan aan de slag met het maken van podcasts, journalisten wagen zich aan het medium en ook schrijvers maken steeds vaker een podcast. Soms bij een specifiek boek, soms ter achtergrond van een boek, maar een podcast kan ook helemaal los staan van een boek. Ook de vormen zijn uiteenlopend: van chatcasts tot hoorspel, en van monoloog tot wandeling. In dit verslag komen de verschillende vormen van literaire podcasts aan bod, met veel voorbeelden om te luisteren en tot slot een paar praktische opdrachten om mee aan de slag te gaan.
Categorieën van literaire podcasts:
- Podcasts over/met literatuur
- Boekverpodcastingen
- Hoorspel
- Situationeel proza/monoloog
- Literaire non-fictie
Podcasts over literatuur
Ten eerste worden er een heleboel podcasts gemaakt over literatuur. Zo hebben uitgeverijen de podcast ontdekt. Vaak interviewen uitgevers/redacteuren in die podcasts hun auteurs, zoals in de podcast van Atlas Contact en OORschot, de podcast van uitgeverij van Oorschot. Soms bedenken ze een iets meer origineel format zoals Lopen met Lebowski waarin redacteur Jasper Henderson steeds met een andere schrijver een wandeling maakt op een plek die belangrijk is voor zijn/haar nieuwste boek.
Daarnaast zijn er literaire en journalistieke organisaties die podcasts maken over literatuur. Zoals de Poëziepodcast van Vrij Nederland en SLAA. BoekenFM, dat wordt gemaakt door De Groene Amsterdammer en Das Mag. De Poëziepodcast lijkt qua vorm erg op The New Yorker Poetry Podcast. Dennis Gaens maakt de podcast De Schrijfopdracht, die hoort bij literatuurfestival Nieuwe Types.
Tot slot zijn er nog auteurs en radiomakers die podcasts maken over literatuur, een voorbeeld is Het Verhaal, waarin schrijver Monique Huijdink schrijvers interviewt. En De Grote Vriendelijke Podcast, waarin twee recensenten met kinderboekenschrijvers over hun boek praten. In het Engels taalgebied zijn er nog veel meer auteurs en radiomakers die over literatuur podcasten. Een mooi voorbeeld is Death of a 1000 cuts, van de Britse dichter Tim Clare, waarin hij schrijvers en dichters interviewt maar ook feedback geeft op de eerste pagina van boeken van beginnende schrijvers en op zoek gaat naar de wetenschap achter schrijven. Tot slot de podcast I Should be Writing van Mur Lafferty, die vooral science fiction en horror-schrijvers interviewt.
Podcast met literatuur
Deze categorie lijkt op de vorige, met de toevoeging dat het niet alleen over literatuur gaat maar er ook literatuur ín de podcast zit. Een van de oudste Nederlandstalige voorbeelden is CityBooks, dat door deBuren wordt gemaakt. Schrijvers worden uitgenodigd om een periode in een stad te verblijven en op basis daarvan een verhaal te maken. Dat verhaal wordt opgenomen en vormt een podcastaflevering. Ondercast, de podcast die Dennis Gaens tot 2018 maakte, is een literair tijdschrift in de vorm van een podcast. In dezelfde categorie, maar dan in het Engels, is er The Paris Review.
Boekverpodcastingen
Sommige podcasts horen bij een specifiek boek. Soms worden daarvoor podcastmakers aangetrokken, denk aan audiocollectief Schik die bij het boek Laura H. van Thomas Rueb een gelijknamige podcast maakte. De Correspondent maakte een podcastserie bij het boek De Tweede, van Lynn Berger. Deze podcasts bieden extra achtergrond bij het boek, hoewel ze ook meestal prima los geconsumeerd kunnen worden. Andere ‘boekverpodcastingen’ blijven nog dichter bij het boek. Paulien Cornelisse las bijvoorbeeld het hele boek De Verwarde Cavia voor, en verspreidde die opnames als podcast. Het boek Concept M. van Aafke Romeijn is voorgelezen en als album uitgebracht en te beluisteren via Spotify.
Je kunt je daarbij afvragen wanneer iets een podcast is en wanneer een audioboek. In het geval van De Verwarde Cavia lijkt het eindproduct erg op een luisterboek, maar omdat het gratis te beluisteren is via een podcastapp is het ook een podcast. Het gaat hierbij dus minder om de vorm maar om de distributiemethode: een podcast is een mp3-bestand dat op het internet is geplaatst en via een RSS-link verspreid wordt. Op het Podcastfestival 2019 vond een panelgesprek plaats over de vraag of podcasts en boeken elkaar aanvullen, of soms misschien in de weg zitten. Luister het gesprek, onder leiding van Dennis Gaens, hier terug.
Het hoorspel
Nederland heeft een hoorspeltraditie, tegenwoordig op de radio teruggebracht naar een halfuur per week, die traditioneel wordt gedomineerd door theatermakers. Op de radio spreken ze dan ook vaak van ‘radiodrama’, in plaats van ‘radiofictie’. Een voorbeeld van een productie uit deze traditie is het hoorspel Het Bureau (1979) naar het boek van J. Voskuil. Waarbij opvalt hoe letterlijk het boek hier is omgezet in een hoorspel. Wanneer de acteurs een huis binnenkomen hoor je het geluid van een deur die opengaat, voetstappen op de trap en een fluitketel fluit als de thee bijna klaar is. Wat er aan sounddesign is, is heel letterlijk en vrij kaal. Dat komt onder andere omdat deze productie stamt uit een tijd dat radio werd geluisterd in de woonkamer of in de auto, veel geluidseffecten zou je dus niet meekrijgen en zouden bovendien de stemmen van de acteurs snel overstemmen.
De Verenigde Staten hebben ook een rijke hoorspeltraditie, waarbij The War of the Worlds (1938) waarschijnlijk het bekendste hoorspel is, geregisseerd door Orson Welles naar het boek van H.G. Wells. Het verhaal gaat over een invasie van marsmannetjes, en in het hoorspel hoor je de reportages van deze invasie door een radiozender. Dit hoorspel is vooral bekend geworden omdat het veel commotie zou hebben veroorzaakt onder Amerikaanse burgers die het hoorspel voor echt aanhoorden. Je zou het kunnen zien als een vroege vorm van mockumentary.
Ook Engeland kent een rijke hoorspelgeschiedenis en produceert nog altijd veel audiofictie. Zo is er de hoorspelsoap The Archers, waarvan sinds 1951 elke dag een aflevering op de radio te horen is, en die nu ook als podcast wordt verspreid. In Duitsland wordt ook nog altijd veel radiofictie gemaakt. Een van de verklaringen daarvoor is dat Duitsland veel verschillende radiozenders kent, die elk hun eigen hoorspelen maken. Die rijkheid aan zenders komt waarschijnlijk doordat de geallieerden na de Tweede Wereldoorlog niet wilden dat er één grote zender zou ontstaan, om te voorkomen dat er via die weg politieke propaganda zou kunnen worden verspreid. In Duitsland valt tegenwoordig op dat het medium openstaat voor jonge, experimentele schrijvers.
Voorbeelden van hedendaagse hoorspelen zijn bijvoorbeeld Homecoming, van Gimlet Media. Hetzelfde productiehuis maakte daarna ook nog Sandra. Deze moderne hoorspelen zijn intensieve producties, met veel sounddesign, effecten, uitgebreide scripts en dure acteurs. Het op deze manier produceren van een hoorspel is daarom ook erg kostbaar.
Situationeel proza / monoloog
Een manier om deze kosten iets te drukken is audiofictie te maken met minder dialogen op locatie. Dat werkt het beste als er inhoudelijk een logische reden is dat het personage op dat moment een monoloog uitspreekt. Een voorbeeld daarvan is de Amerikaanse podcast Alice Isn’t Dead, waarin een vrachtwagenchauffeur op zoek gaat naar haar verloren vriendin. Tijdens haar zoektocht stuurt ze via de radio steeds updates en berichten aan haar vriendin. Ook in The Deca Tapes, wordt gebruikgemaakt van datzelfde principe. Een journalist vindt anonieme tapes van een ruimteschip waar tien mensen lijken te zijn opgesloten. Aan de hand van de tapes worden hun verhalen verteld. In deze Podcastclub vertelt Lex Noteboom over zijn maakproces.
Een andere Nederlandse productie is De Kloof, waarbij schrijvers werden gevraagd een monoloog te schrijven die vervolgens werden uitgewerkt tot podcastafleveringen. Hierbij is literatuur leidend en wordt het sounddesign aangepast op het verhaal.
Literaire non-fictie
De laatste categorie literaire podcasts zijn podcasts die zijn gebaseerd op de werkelijkheid maar toch meer literair dan journalistiek zijn. De bekende producties van audiocollectief Schik, Bob en El Tarangu, zijn hier voorbeelden van. Het zijn vaak verhalen met een verteller, waarbij het persoonlijke motief en de zoektocht van de verteller een grote rol spelen en literaire gereedschappen worden toegepast. Er wordt gespeeld met het verhaal. Een ander voorbeeld is de Amerikaanse podcast Heavyweight, gemaakt door Jonathan Goldstein. In de meeste afleveringen gaat Goldstein op zoek naar een oplossing voor een probleem van een luisteraar, waarbij hij uitgebreide voice-overs en een duidelijke narratief toevoegt. Misschien wel het bekendste voorbeeld van een literaire non-fictie podcast, en zeker de meeste geprezen, is de podcast S-town. De maker, Brian Reed, begint iedere aflevering met een metaforische vertelling. Hij maakt gebruik van veel beeldende taal, en gebruikt herhaling om zijn verhaal kracht bij te zetten.
Termen
Voice-over: opname in de studio Tape: geluid op locatie Atmos: sounddesignterm voor atmosfeer. Ook wel ‘auditieve backdrop’: het geluid dat je op de achtergrond hoort. Puntgeluid: specifieke geluiden die niet noodzakelijk deel uitmaken van de atmos maar wel op die plek gebeuren. Denk aan een blaffende hond. Spot fx: puntgeluiden die je ter plekke opneemt, vaak een handeling van het personage. Bijvoorbeeld tegen een prullenbak aantrappen. |
Script
Vaak wordt voor hoorspelen het BBC-format aangehouden voor het maken van een script, aan het eind van dit verslag vind je daarvan een voorbeeld. Op hun website geeft de BBC ook voorbeelden van scripts die volgens deze methode zijn opgezet.